0

Bent u een boze witte man? Uw buurman?  Het begrip lijkt simpelweg te breed.

 

Gijs Schumacher en Bert Bakker stelden dat de Boze Witte Man vooral een media verhaal is. Een verhaal dat door beide als onterecht simplificerend werd gezien. De opvatting van Bert Wagendorp, dat met de Boze Wite Man een stereotype naar voren is gebracht dat de breedte van de lading van het heersende ongenoegen niet dekt, is hiermee bevestigd door de experts. 
 

De manier waarop de media naar de boze burger kijkt lijkt ook niet te werken. Het impliciete frame van de Boze Witte Man dat door onder andere de NPO naar voren is gebracht doet mogelijk meer kwaad dan goed. Bakker en Schumacher stelden beide dat emotie niet enkel een kenmerk is van ontevreden burgers, oftewel Boze Witte Mannen. Daarnaast is de haastige jacht op ontevreden burgers wel erg gearrangeerd volgens Schumacher. Programma's zijn vaak op zoek naar de boze burgers en willen hen laten spreken. De vele human interest frames getuigen van deze tactiek, zoals Schumacher stelde: de zoektocht naar de man in de straat die zijn zegje moet doen.

 

De media doen duidelijk aan framing, zowel expliciet als impliciet. Waar columnisten en opiniemakers het letterlijke begrip 'de Boze Witte Man' in stand houden zijn programma's van de NPO door hun representatie- en doelgroepbeleid bezig het impliciete frame in stand te houden: de laagopgeleide boze burger die gehoord moet worden. De NPO bevestigt met het doelgroep- en representatiebeleid de visie van Bakker en Schumacher; er wordt naar oplossingen gezocht en tot er een goed vaststaand plan is blijft het de zoektocht naar de man in de straat.

Het kunnen de beste bedoelingen zijn, maar een frame is altijd eenzijdig en schetst enkel een deel van de werkelijkheid. Dit kon al worden gezien in de literatuur die aan het begin van dit onderzoek werd aangedragen.

Een mogelijk verklaring voor de valkuil waar de media in dreigen te vallen is het model van Scheufele. Hierin wordt gesteld dat de media zelf ook onderhevig zijn aan het effect van frames. De media zijn zelf ook het publiek. Wanneer een groep wordt neergezet als ontevreden en onvertegenwoordigd door bijvoorbeeld een columnist, politicus of opiniemaker dan zijn de media onderdeel van het publiek dat deze opvattingen ziet. Shula Rijxman is hier misschien wel het beste voorbeeld van. Met goede bedoelingen interpreteert ze haar visie op de werkelijkheid en vertaalt dit naar een idee om de ontevreden burger weer tevreden te maken. Het is wat onvoorzichtig en ondoordacht want met 'de boze witte man' en het plan hen als een specifieke groep te zien wordt er een nieuw stereotype in het leven geroepen.

Wie de boze witte man is blijft vooralsnog onduidelijk. U zou er zelf best wel eens één kunnen zijn! Kenmerken genoeg. U bent toch ook wel eens boos? Het frame zet een grote groep neer in een simpele stereotypering. Er bestaan vast boze witte mannen die precies in het plaatje van 'de Boze Witte Man' passen, maar zoals Bert Wagendorp al beschreef: het ongenoegen is breder, en daarmee de groep zelf ook.

outline.png

Conclusie:
Wie is de Boze Witte Man? 

>> Literatuurlijst

Copy of Copy of scroll down.gif